Veilig op weg

Een ongeluk zit soms in een klein hoekje. Maar als je goed bent voorbereid, kun je veel problemen voorkomen. Ook op de weg.

Auto

Naast de wettelijke veiligheidseisen – bijvoorbeeld het dragen van je gordel en het niet onder invloed (van verdovende middelen) rijden – kun je zelf meer maatregelen nemen. Hiermee verklein je de kans op schade.

Rijd in een auto die in orde is

  • Zorg voor remmen die het doen, een schone voorruit, goed oliepeil en werkende verlichting.
  • Controleer minimaal eens per maand de bandenspanning en het profiel van de banden.
  • Overweeg winterbanden. Niet verplicht, maar ze hebben zeker nut. De remweg van een auto is bij lage temperaturen namelijk de helft korter.
  • Laat uw auto regelmatig controleren bij de garage.

Goed gedrag in het verkeer

  • Fris je verkeerskennis op; er vervallen of wijzigen regelmatig regels of borden.
  • Zorg voor de juiste verlichting: dimlicht als het donker is en bij slecht zicht overdag. Mistlampen voor mag je gebruiken bij slecht zicht door mist en neerslag. Achter mag alleen bij zeer dichte mist, als het zicht minder is dan vijftig meter.

Ga uitgerust van huis

  • Denk aan je conditie. Houd bijvoorbeeld ook rekening met medicijnen die invloed kunnen hebben op je rijvaardigheid.
  • Stippel je reis vooraf uit, dan rijd je rustiger en met meer aandacht voor het verkeer.

Nog meer tips

  • Zet de radio niet te hard. Je hoort dan minder van je omgeving, bijvoorbeeld sirenes of een toeterende auto.
  • Zorg voor een goede zonnebril.
  • Denk ook aan een EHBO-doos, veiligheidshesje, brandblusser en veiligheidshamer. Ook praktisch: een deken en een paraplu. En bij warm weer een fles water.
  • Rijd bij pech naar een parkeerplaats. Lukt dat niet meer? Ga dan met alle inzittenden achter de vangrail staan en wacht daar op hulp.
  • Rij MONO! Gebruik geen mobiele telefoon achter het stuur. Het beste is als je je telefoon zo instelt, dat je automatisch tijdens het rijden geen meldingen ontvangt. Hier kun je meer informatie vinden over MONO.

Fiets

Als fietser ben je kwetsbaar in het verkeer. Een klein tikje van een auto en je gaat onderuit. Fiets daarom zo veilig mogelijk. Een paar tips:

  • Zorg voor een goede fiets: goede remmen, een bel en trappers met een stroef oppervlak, zijreflectie in je wielen en een voor- en achterlicht.
  • Denk ook eens aan een reflecterend achterspatbord, stevige banden en jasbeschermers.
  • Zorg voor goed evenwicht: pas op met tassen aan het stuur.
  • Voorkom gevaarlijke situaties. Gebruik bijvoorbeeld geen telefoon terwijl je fietst en luister niet naar muziek.
  • Ga je wielrennen of mountainbiken? Dan is een fietshelm een must. Voor gewone fietsers is het minder noodzakelijk, maar het verhoogt natuurlijk wel de veiligheid. In het buitenland bijvoorbeeld is een fietshelm heel normaal. Vaak is fietsen daar gevaarlijker omdat er geen fietspaden zijn.

Kinderen op de fiets

Neem je je kind mee op de fiets? Zorg dan altijd voor een goedgekeurd zitje. Zet jonge kingeren (tot drie jaar) voorop en oudere kinderen achterop. Zet het zitje stevig vast en controleer of het geen scherpe kanten heeft. Zorg er ook voor dat je kind goed vastzit. Meer tips voor kinderen op de fiets:

  • Voorkom dat de voeten van je kind tussen de spaken komen. Eenvoudige jasbeschermers bijvoorbeeld bieden te weinig bescherming. Scherm het wiel en de spaken af met een hard plastic scherm.
  • Zorg ervoor dat jouw eigen fiets veilig is. Denk bijvoorbeeld ook aan een goede standaard. Dan staat je fiets stevig als je je kind uit het zitje haalt.
  • Een fietshelm voor kinderen is niet verplicht, maar wel veiliger. Zeker als zij leren fietsen. Richtlijn is om kinderen tot een jaar of zes een helm op te zetten. Dan zijn ze beschermd voor ernstig letsel door een valpartij.

Op de website van VeiligheidNL vind je meer informatie over fietszitjes en helmen